Examples of using Gebarentaal in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Leer gebarentaal.
M'n eerste taal is gebarentaal.
En je gebarentaal klopt niet.
We spreken beide gebarentaal.
Gebarentaal is zo'n rijke schat.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
Usage with verbs
Je spreekt gebarentaal.
Is gebarentaal niet internationaal?
Ja, het is gebarentaal.
Die gebarentaal lessen voor me nam.
Slimme meid. Gebarentaal.
Gebarentaal is een mooie emotionele taal.
Hoe heb jij gebarentaal geleerd?
vorig jaar gebarentaal.
Die me gebarentaal leer?
Ze begrijpt alleen gebarentaal.
Leer me gebarentaal voor Sahara Miyoko.
Ze leerde de kinderen gebarentaal.
Ik onderwijs gebarentaal aan nieuwe doven. Nee.
Je hebt net kont gespeld in gebarentaal.
Ik moet je gebarentaal leren.
Mijn kinderen zijn erbij en die kennen gebarentaal.
Hey, jij kunt gebarentaal lezen.
Ze willen dat ik ze leer schelden in gebarentaal.
Ten tweede is mijn gebarentaal lang niet goed genoeg.
Ik denk dat onze nieuwe patiënt gebarentaal kent.
Het hele verhaal in Gebarentaal- PowerPoints niveau 3 €14, 95.
In theorie is er enige universele gebarentaal.
Het hele verhaal in gebarentaal- Werkboek niveau 2.
We communiceren alleen met briefjes en gebarentaal.
Vergeleken met hem, ben ik zo'n gebarentaal Gorilla die weet hoe hij druiven besteld.