Examples of using Grote jongen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Grote jongen.
Een echt grote jongen.
Grote jongen, kom hier.
Hallo, grote jongen.
Hé, zorg voor haar grote jongen.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
kleine jongengrote jongengoede jongenbrave jongeneen goede jongeneen kleine jongenarme jongenlieve jongenandere jongenslimme jongen
More
De grote jongen.
Je bent een grote jongen.
Oke, grote jongen, kom op.
Hij is een grote jongen.
Kom grote jongen, gooi de bal.
Het is een grote jongen.
Hé, grote jongen, kom eens hier.
Hij is een grote jongen.
Grote jongen die je daar hebt, April.
Na jou, grote jongen.
Het is raar jij bent een grote jongen.
Een grote jongen.
Op je knieën, grote jongen.
Een grote jongen.
En ik was geen grote jongen.
Die grote jongen?
Maar je bent mijn grote jongen.
Hé, grote jongen.
Ik heb dorst. Die grote jongen.
Ik ben een grote jongen, ik kan hem wel aan.
Nummer 11 is een grote jongen.
Kom grote jongen, ik heb een show te doen.
Kendrick, grote jongen.
Een grote jongen, kreeg een mooi gezicht,
Dat is een grote jongen.