Examples of using Hij heeft rust nodig in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij heeft rust nodig.
Wissel met Jonesy, hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
absolute rustinnerlijke rusteeuwige rustvolledige rustvoldoende rusttotale rustgoede rustde eeuwige rustserene rustcomplete rust
More
Wissel met Jonesy, hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Goed dan, maar alstublieft, hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Het komt wel goed, maar hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Ik heb hem in bed gelegd, hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Het was geen hartaanval, maar hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Het is zeker niet een hartaanval, maar hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Nee, hij heeft rust nodig.
En hij heeft geen controle nodig; hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Moeder, hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig. Aniki?
Hij heeft rust nodig. Aniki?
Hij heeft rust nodig, ga, ga!
Hij heeft rust nodig.
Hij heeft rust nodig. Doe maar niet.
Hij heeft rust nodig, meer niet.
Hij heeft rust nodig tot in september.