Examples of using Hij in de buurt is in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Als Hij in de buurt is.
Laat hem weten dat hij in de buurt is.
Als Hij in de buurt is.
Het zegt ons als hij in de buurt is.
Als hij in de buurt is, vinden we hem.
Het ruikt alsof hij in de buurt is.
Als hij in de buurt is, gaat alles mis.
Ze bloost zodra hij in de buurt is.
Als hij in de buurt is, ga ik hem ophalen.
Ik denk dat hij in de buurt is.
Als hij in de buurt is, gebeuren er dingen.
Ik weet dat hij in de buurt is.
Als hij in de buurt is, gebeuren er soms vreemde dingen.
Alleen als hij in de buurt is.
Of zijn aanwezigheid als hij in de buurt is.
Alsof hij in de buurt is.
Blijkbaar. Denk je dat hij in de buurt is?
Pa, als hij in de buurt is.
Soms gebeuren er dingen als hij in de buurt is.
Tom als hij in de buurt is.
Ik voel me veiliger, nu ik weet dat hij in de buurt is.
Kijk of hij in de buurt is.
Moeilijk om ethisch te denken wanneer hij in de buurt is.
Denk je dat hij in de buurt is? Blijkbaar.
Het duikt inderdaad op als hij in de buurt is.
Zeg hem dat hij in de buurt is.
Weet u misschien of hij in de buurt is?
We weten dat hij in de buurt is.
Dat weet je dat hij in de buurt is.