Examples of using Jozef zeide in Dutch and their translations into English
{-}
-
Ecclesiastic
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf;
Het geschiedde nu na deze dingen, dat men Jozef zeide.
Jozef zeide tot zijn vader: O mijn vader!
Genesis 50:24 En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf;
En Jozef zeide: zij vroeg mij bij haar te liggen.
Het geschiedde nu na deze dingen, dat men Jozef zeide: Zie, uw vader is krank!
En Jozef zeide tot zijn vader: Niet alzo, mijn vader!
Genesis 50:24 En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf;
En Jozef zeide: zij vroeg mij bij haar te liggen.
DSV(i) 24 En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik sterf;
En Jozef zeide tot zijn broeders en tot het huis zijns vaders:
En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij!
En Jozef zeide: zij vroeg mij bij haar te liggen.
En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik ben Jozef! .
En Jozef zeide tot hen: Zijn de uitleggingen niet van God?
En Jozef zeide tot hen: Wat is dat voor daad, die gij bedreven hebt?
En Jozef zeide tot zijn broederen: Ik ben Jozef! .
En Jozef zeide tot hen: Wat daad is dit, die gij gedaan hebt?
En Jozef zeide tot zijn broederen: Nadert toch tot mij!
En Jozef zeide tot hen: Zijn de uitleggingen niet van God?
En Jozef zeide tot hen: Zijn de uitleggingen niet van God?
En Jozef zeide tot hen: Zijn de uitleggingen niet van God?
En Jozef zeide tot hen: Vreest niet; want ben ik in de plaats van God?
En Jozef zeide tot hen: Vreest niet; want ben ik in de plaats van God?
En Jozef zeide tot zijn vader: Niet alzo, mijn vader! want deze is de eerstgeborene;
En Jozef zeide tot zijn vader: Niet alzo,
En Jozef zeide tot hem, die, naar zijn oordeel, de persoon was, welke bevrijd zou worden: