Examples of using Kinderen schreeuwen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Kinderen schreeuwen.
Ik hoorde kinderen schreeuwen.
Toen we binnen waren, hoorden we de kinderen schreeuwen.
De kinderen schreeuwen.
Ik hoor 's nachts kinderen schreeuwen.
Combinations with other parts of speech
De kinderen schreeuwen om chips.
Overal bloed, kinderen schreeuwen.
Ja, kinderen schreeuwen… Er is geen oorzaak.
Het gaat allemaal zo snel… kinderen schreeuwen.
Kinderen schreeuwen om brood, maar niemand kan hun iets geven.
Ik hoorde de kinderen schreeuwen, ver weg.
Toen we aankwamen, hoorden we de kinderen schreeuwen.
Wij hoorden de kinderen schreeuwen, roepen en gillen!
Voor elke keer dat een van die kinderen schreeuwen.
Weet je, kinderen schreeuwen, iedereen praat tegen elkaar, weet je?
Ik hoorde ook sommige kinderen schreeuwen in de bus.
Veel kinderen schreeuwen, huilend binnen gebouw[luide plof] crashen geluiden.
Hij werd wakker van de mensen in de flat beneden, een moeder met twee kinderen, schreeuwend.
want ziet u, IK hoor MIJN kinderen schreeuwen in vrees en verwondering
Als hij gelijk heeft, als Chili een verdrag schond met haar eigen inheemse bevolking, dan kan alles wat deze kinderen schreeuwen, de waarheid zijn.
dan kan alles wat deze kinderen schreeuwen, de waarheid zijn.
ik bedoel niet een klein pop-langs de lijnen van een party popper dat maakt volwassenen springen en kleine kinderen schreeuwen van plezier.
Een uur van een kind schreeuwen voordat we konden slapen Meer.
Een paar gang kinderen schreeuwden naar ons vanaf de brug.
De kinderen schreeuwden.
En de kinderen schreeuwden:"Niets!
De kinderen schreeuwden… ik dacht dat ze de haai hadden gezien.
De deur sloeg dicht… en de kinderen schreeuwden.
Het kind schreeuwt.
Een kind schreeuwt:"Stop!