Examples of using Knowhow in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij had de knowhow.
Wij brengen knowhow en technologie samen.
Zes business units met unieke knowhow.
KUKA Education: Knowhow voor de toekomst.
Dus Reinhard heeft iemand met die knowhow.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
technische knowhowtechnologische knowhowunieke knowhownodige knowhowde technische knowhoweuropese knowhownieuwe knowhowspecifieke knowhow
More
Usage with verbs
Profiteer van de knowhow van onze experts.
Een cultuur van diversificatie en knowhow.
Enige technische knowhow is niet meer nodig.
Knowhow en betrouwbaarheid zijn onze kernwaardes.
Particulier Contact Onze knowhow voor úw belang.
Knowhow en technologie worden overgedragen;
Daarom beschermen we onze knowhow met patenten.
Technische knowhow, affiniteit met de sector.
Deskundige teams met regionale knowhow voor B2B en B2C.
Ontdek de knowhow en meerwaarde van Neos!
Technologiën Onze technologische knowhow tot uw dienst.
Deze knowhow zit in de hoofden van onze medewerkers.
Een lange geschiedenis van knowhow over producten en applicaties.
Knowhow en vaardigheden ter vrijwaring van uw belangen!
Wij beschikken over de knowhow, de technologie en de expertise.
Een knowhow die van generatie op generatie is overgegaan.
Technische en juridische knowhow voor consumentenorganisaties.
Dat knowhow heeft van grootschaligedigitale techniek.
Ontvang updates over inzichten en knowhow voor jou en jouw bedrijf.
Knowhow die zorgvuldig onderhouden materiaal oplevert.
Ze profiteren van de knowhow en de kwaliteit van LONGCHAMP.
Knowhow voor het verhuren van logistieke platforms. Ontdek.
Ix overdracht van knowhow en technologie in de energiesector;
Knowhow Contact RFID:
Onze ervaring en knowhow in dienst van uw communicatie!