Examples of using Label in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Voor ons label.
Label hem zwart.
Het is jouw ID label.
Ik label alles.
Internet en een label.
People also translate
Label de vrachtwagens.
Er is een label op mijn vin!
Label dit als bewijs voor mij.
Hij heeft een label aan zijn poot.
Want dat is mijn nieuwe label.
Een label voor artiesten.
Daarom kocht uw vader mijn label.
Het label van m'n medicijntas.
Modellen met label"Go See Her".
Een label maakt je niet gelukkig.
Modellen met label"Yum Yum Yum".
M'n label denkt dat ik een VMA kan winnen.
Je krijgt het label'zacht' of'gek.
Hier kan je een suggestie maken voor een nieuw label.
Wel als je 't label eraf haalt, sportfan.
In 2014 verkocht de sector 94, 2 miljoen Label Rouge-kippen.
Jouw piepjonge label is niet de juiste plek.
Label en zijn getest volgens de laatste Europeese normen.
Johnny Walker Black Label, geen ijs, alsjeblieft.
Het label van de MacBook Pro 13 aan de onderkant.
Naar het product Magnetisch label wit, op rol.
Private Label en Klanten Ontwerp zijn beschikbaar.
Kies producten met een BASIC label en krijg waar voor je geld.
Het label op het vinyl bevatte alleen de titels van de nummers.
Beter dat dan een label als verklikker te krijgen.