Examples of using Leerde vliegen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik leerde vliegen.
Toen Blitzen leerde vliegen?
U leerde vliegen.
Denisovich. Dit is waar opa leerde vliegen.
Mijn zoon leerde vliegen met haar.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
luchtvaartmaatschappijen vliegentijd vliegtvliegende schotel
vliegende start
ryanair vliegtair vliegtairlines vliegtvliegende insecten
vogels vliegenvliegende vissen
More
Kijk, Denisovich. Dit is waar opa leerde vliegen.
Ik leerde vliegen, maar nu ben ik geketend.
En dit was de tijd op aarde toen het leven leerde vliegen.
Hij leerde vliegen in de Eerste Wereldoorlog.
Gelukkig voelde Blitzen zich niet zo toen hij leerde vliegen.
Clint vertelde hoe hij leerde vliegen. Toen droeg hij een sonnet voor.
Gelukkig voelde Blitzen zich niet zo, toen hij voor het eerst leerde vliegen.
Hij leerde vliegen zodat hij net even wat langer bij de tafels kon blijven zitten.
Toen Hanomere van boven viel en onderweg leerde vliegen, dat was een mirakel.
Hij leerde vliegen, stal een vliegtuig,
In april 1916 werd hij toegevoegd aan de Central Flying School waar hij leerde vliegen en zijn"wings" verdiende.
En dat alles in enorm weinig tijd. Hij leerde vliegen, stal een vliegtuig,
jij. Ze ging een wolk achterna en leerde vliegen.
En dat alles in enorm weinig tijd. Hij leerde vliegen, stal een vliegtuig, werd gepakt,
En dat als ik leerde vliegen, ik haar zou… ik haar zou vinden
En dat alles in enorm weinig tijd. Hij leerde vliegen, stal een vliegtuig,
Colin Chapman was een technicus die leerde vliegen een ondernemer die sportwagens voor het grote publiek maakte
Hij leert vliegen in de begindagen van de Eerste Wereldoorlog.
Misschien hebben ze leren vliegen in de lucht, net vogels.
Geen wonder dat die beesten leerden vliegen.
In de tussentijd had hij ook leren vliegen.
Geen wonder dat die beesten leerden vliegen.
Ik voel me een trotse moeder kip die haar kuikens heeft leren vliegen.
De politie heeft leren vliegen.
Vrienden jullie zijn hier allemaal gekomen nadat jullie hebben leren vliegen.