Examples of using Luie in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Luie handen.
Jij luie wat?
Luie handjes.
Voor mijn luie oog?
De luie rijken?
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
Ze is een luie trut.
Luie negers.
Dromers met luie handen.
Luie zondaars!
Ze was in de luie stoel.
De luie man zei.
Liefde Zacht als een luie stoel.
Die luie hond geeft me werk.
Layin'terug in mijn luie stoel.
De twaalf luie knechts- Grimm.
Ik zal het wel doen, jij luie teef.
Jij luie teef. Ik zal het wel doen.
Aan de slag, Toby. Luie negers.
Je luie tempo is echt walgelijk.
Vanuit je luie stoel, ja.
Onze luie burgers produceren het gratis.
Hé, daar ben je, luie hagedis.
Luie handen zijn het werktuig van de duivel.
Sommige kamers hebben een luie stoel.
Geef die luie rijken een kans.
Makkelijk te zeggen vanaf je luie bank.
Wil je m'n luie afwezige vader zijn?
Ik ga de was niet doen voor zeven luie dwergen.
Onze knappe maar luie, wederzijdse vriend.
Direct en online, zo vanuit uw luie stoel.