Examples of using Man in huis in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
De man in huis.
Benny, jij bent de man in huis.
Een man in huis.
Jij bent nu de man in huis.
Om een man in huis te hebben.
People also translate
Een wc-onderdeel. De man in huis, hè?
Geen man in huis hebben, is niet zo goed.
Is er een man in huis?
De man in huis moet jou toch ook aan het werk zetten?
Jij bent de man in huis nu.
Om een man in huis te hebben… in plaats van dat beest Baldrick.
Ik mis een man in huis.
Het is raar, maar ze geven me het gevoel dat er nog een man in huis is.
Geen man in huis?
Een onderdeel voor de wc. De man in huis, hè?
Jij was de man in huis vandaag.
Jij bent nu de man in huis.
Jij zal nu de man in huis worden, Ralph.
Jij bent nu de man in huis.
Zolang ik de man in huis ben, zal ik niet.
Ik ben nu de man in huis.
Ik ben de man in huis hier!
Nu ben jij de man in huis.
Het is fijn een man in huis te hebben.
Hij is nu de man in huis.
Je bent nu de man in huis, liefje.
Ik ben nu de man in huis.
Eerst is Anass de man in huis, hij regelde alles.
Wat heerlijk om een man in huis te hebben.
Jij bent de man in huis nu.