Examples of using Opschepper in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Ecclesiastic
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Wat een opschepper.
Die opschepper, Philip Waldecott.
Wat een opschepper.
m'n grote opschepper!
Bedankt, opschepper.
People also translate
m'n grote opschepper!
Is die opschepper weg?
Jouw moeder is een opschepper.
Goed, opschepper. Laat maar zien.
Hij is 'n opschepper.
Opschepper. Dit is niet zo leuk als het eruit ziet.
Lawaaige opschepper.
Succes is naar Arthur's hoofd gestegen, de opschepper.
Schiet op, opschepper.
Yankee opschepper.- Zuidelijk schorem.
Het is zo'n opschepper.
Yankee opschepper.- Zuidelijk schorem.
Dag, kapitein Opschepper.
Hij is een opschepper, hij kan het niet helpen.
Bemoeial en opschepper.
Blaaskaak, opschepper, kletskous en een branieschopper.
Hij is toch zo'n opschepper.
Ik wil geen opschepper zijn in jouw circus.
Nu, Saul was geen opschepper.
Opschepper, je weet dat je geen kans maakt door die arm.
Niemand houdt van een opschepper.
Ik ben een opschepper met deze.
Niemand houdt van een opschepper.
Je bent een opschepper, Pottinger.
God houdt niet van de opschepper.