Examples of using Overtuigd in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik ben overtuigd.
Overtuigd met argumenten.
Die is overtuigd.
Overtuigd, roekeloos, onverantwoord.
Ze zijn overtuigd.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
overtuigend bewijs
overtuigende argumenten
overtuigende wijze
mensen overtuigenovertuigende manier
overtuigende resultaten
commissie is overtuigdovertuigd europeaan
wereld overtuigenovertuigend verhaal
More
Hoe overtuigd zijn we hiervan?
Ik ben niet overtuigd.
Ik ben overtuigd van mijn daden.
Je leek zo overtuigd.
Ik was overtuigd dat hij schuldig was.
Daar ben ik van overtuigd.
Ik ben overtuigd van wel.
En? Ik ben niet overtuigd.
Wij zijn overtuigd, mijn Three.
Je hebt me nog niet overtuigd.
Ik ben niet overtuigd van het grijs.
Maar John was niet overtuigd.
U bent niet overtuigd, hé, kolonel?
De politie leek vrij overtuigd.
U leek erg overtuigd, de laatste keer.
Uw broer heeft me overtuigd.
Ik ben overtuigd dat er geen andere bom is.
Je ben nogal overtuigd.
Ik ben overtuigd dat de formule zal werken.
Daarvan ben ik overtuigd, sir.
Bent u overtuigd van onze dedicated server?
Daarvan zijn we bij MAN overtuigd.
Ze heeft me overtuigd van wel.
Overtuigd en vastberaden om mentaliteit te veranderen.
Uw dochter moet nog overtuigd.