Examples of using Pikachu in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
En Pikachu dan?
Eén, twee, drie. Pikachu.
Het is Pikachu, pika!
Hou je het nog vol, Pikachu?
Jouw Pikachu is zo ongewoon.
People also translate
En we ruilen ze voor Pikachu.
Pikachu en ik worden één.
En dit is mijn maatje Pikachu.
Pikachu en ik zijn er ook,!
Het Ettertje en Pikachu in zicht!
Jouw Pikachu is zo ongewoon.
Vergeet Buzzwole niet. En Pikachu.
Dat is Pikachu. Best goed, hè?
Gefeliciteerd, Ash. Jij ook, Pikachu.
Pikachu is veel te pika-verlegen.
Hij heeft een Pikachu en een Lycanroc.
Pikachu, gebruik Thunderbolt! Ontwijk het!
Heb je liever Pikachu als partner? Vangen.
Pikachu, gebruik Thunderbolt! Ontwijk het!
Harper, Sarah: Pikachu wil dat jullie stoppen!
Pikachu, zullen we aan de andere kant gaan zoeken?
Die Mimikyu en Pikachu zijn allebei ongelofelijk.
Pokémon Let's Go, Pikachu!
Ash en Pikachu winnen het oefengevecht!
Wees er snel bij om alle hoofden die Pikachu route te grijpen.
Ash en Pikachu, jullie waren fantastisch!
Pikachu en Torchic proberen Absol aan te vallen,
Zijn alle Pikachu die hier wonen van pika-jou?
Pikachu kan die zet niet doen voordat hij eerst de pika-zet Volt Tackle leert.
Jij en Pikachu tegen Sneeuwvlok en mij.