Examples of using Programmeren in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Programmeren voor wat?
Vervolgens programmeren we ze.
Programmeren voltooid, pap.
Nou, we leren ze programmeren.
Dan programmeren we die.
People also translate
Wees geen watje, Programmeren.
Maar hoe programmeren we aanraking?
Ik zal produceren en programmeren.
Hulp bij programmeren, bugfixing.
Ik heb mezelf leren programmeren.
Ze programmeren hem zonder ons.
Zoek naar hulpbronnen en leer programmeren.
Ik kan hem programmeren om je pijn te doen.
Veel leerlingen hebben een talent voor programmeren;
Je zit in Programmeren en je bent onze leider.
De kans is groot dat je een vriend hebt die kan programmeren.
Je kunt alles programmeren wat je kunt bouwen.
Achter iedere code kan u tot 2 telefoonnummers programmeren.
In wat voor taal programmeren jullie? Echt?
Een nieuwe manier om kinderen te laten kennismaken met programmeren.
Stap twee, we programmeren de SCADA-update.
Programmeren is belangrijk genoeg om veel aandacht aan te besteden.
Je kunt ze vaak zelfs programmeren om met de zon mee te bewegen.
Programmeren op de NC-console is eenvoudig dankzij de MMC-functie.
Wij vinden namelijk dat programmeren een essentiële vaardigheid is.
LINEA5 kan stempels, schroefdraadgereedschap, gravures en foliesnedes programmeren.
De baas van programmeren vraagt het onmogelijke.
Geavanceerde software voor het programmeren van knoppen en macro's.
Kun je programmeren of gegevensverwerkingscode schrijven? Nee.
De perfecte combinatie voor programmeren en maken in de klas.