Examples of using Spring in de auto in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Spring in de auto.
Fijne verjaardag, spring in de auto.
Spring in de auto!
Ik bijt hem en spring in de auto.
Spring in de auto.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
Usage with verbs
dus ik spring in de auto.
Ik spring in de auto.
Vertel je schatje dat hij zijn laptop moet meenemen, spring in de auto en je bent in een uurtje hier.
Spring in de auto.
Kosteloos Word een politieagent, spring in de auto en achtervolging criminelen met grote vuurkracht!
Spring in de auto.
Haal het meeste uit al die extra uren daglicht en verken het landschap te voet of met de fiets, of spring in de auto en volg een adembenemende reisroute.
Spring in de auto.
Dus ik spring in de auto, maak een U-bocht,
Spring in de auto, Jack!
Spring in de auto, Jack!
Spring in de auto, Jacques.
Spring in de auto en ga er achteraan.
Spring in de auto ik breng je er wel heen.
Spring in de auto en rij naar de haven.
Ik spring in de auto en moet het zien.
Spring in de auto en je bent in een uurtje hier.
Spring in de auto en ontdek een groot aantal unieke bezienswaardigheden op korte afstand van de hoofdstad.
Spring in de auto en ontdek een groot aantal unieke bezienswaardigheden op korte afstand van de hoofdstad.
Spring maar in de auto.