Examples of using Tinker in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Tinker speelgoed!
Het was Tinker.
Tinker, dit is niet oké.
Kom op, Tinker.
Tinker stierf. Hij was een vriend.
People also translate
Dank je, Tinker.
Tinker stierf. Hij was een vriend.
Ze noemen me Tinker.
Zeker Tinker speelgoed.
Oh, mijn kleine Tinker.
Tinker, Tailor. Control zijn theorie.
Geen teken van Tinker Bell?
Tinker had in de truck moeten zitten.
Oh nee, ik ben het, Tinker.
Kunnen we alle Tinker Bells vinden.
Dat antwoord ken je reeds, Tinker.
Bob Hayward en Tinker deden het.
Tinker, Pete en Lucy komen uit de Caribische zee.
Omdat ik erin Tinker Bell.
Oké.- Doe Tinker Bell de groetjes, oké?
Haal me hier weg, Tinker Bell.
Tinker, hier komen enkele vrienden van Tom Danbury.
Control zijn theorie. Tinker, Tailor.
Wie geeft een tinker cuss als Bloemen nog in de burgemeestersconcurrentie zit?
Waarom vermoordt Tinker een steward?
Ik zal voorkomen dat ze de loop neemt met Tinker.
Die gekruiste Tinker Bell is je dochter?
Met elke stap die we zetten komen we dichterbij Tinker Bell.
Laat ons zeggen dat je de Tinker Bell van de elfenstof-bewaarders bent.
Voor de unieke smaak van Tinker Bell koekjes.