Examples of using Tinker bell in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Tinker Bell, nee!
Zoals Tinker Bell?
Tinker Bell is hier.
Slechts Tinker Bell.
Tinker Bell is boven.
Combinations with other parts of speech
Usage with verbs
Usage with nouns
Ben je Tinker Bell nu?
Tinker Bell en de cheerleader.
Wie is Tinker Bell?
Tinker Bell, ik kan hem niet bijhouden.
Voorzichtig, Tinker Bell.
He, Tinker Bell.
Ik ben bang Tinker Bell.
Van Tinker Bell tot aan Mickey Mouse.
Goedemorgen, Tinker Bell.
Tinker Bell, Koningin Clarion wacht.
Nou bedankt Tinker Bell.
Tinker Bell en ik zijn hier langs gelopen.
Omdat ik erin Tinker Bell.
Vind je Tinker Bell koekjes lekkerder dan alle andere.
Haal me hier weg, Tinker Bell.
Kom, Tinker Bell.
Speciale bezorging voor Tinker Bell.
Die gekruiste Tinker Bell is je dochter?
Misschien is er iets mis met Tinker Bell.
Laat ons zeggen dat je de Tinker Bell van de elfenstof-bewaarders bent.
En ik heb geen centjes meer, Tinker Bell.
Als een brunette Tinker Bell chirurg.
Met elke stap die we zetten komen we dichterbij Tinker Bell.
Het is mijn schuld dat Tinker Bell gevangen is!
Leuk je te ontmoeten. Tinker Bell.