Examples of using Zeide tot hem in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Hij zeide tot Hem: Welke?
Maar zijn huisvrouw zeide tot hem.
Hij zeide tot Hem: Ja, Heere!
Jezus antwoordde en zeide tot hem.
Hij zeide tot hem ten derden maal.
People also translate
Doch de koning vanIsrael zeide tot hem.
Hij zeide tot hem: Hoed mijn schapen.
En Jezus, antwoordende, zeide tot hem.
Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren.
En een uit de schare zeide tot Hem.
En hij zeide tot hem: Zie,[hier] ben ik!
Toen antwoordde zijn vader Izak en zeide tot hem.
Hij zeide tot hem: Weid mijne schapen.
Matthew 19:18 Hij zeide tot Hem: Welke?
Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd.
Matthew 19:18 Hij zeide tot Hem: Welke?
Hij zeide tot hem: Weid mijn lammeren!
En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem.
Filippus zeide tot hem: Kom het zien.
Mattheüs 25, vers 21 Zijn heer zeide tot hem.
Doch hij zeide tot hem: Ik zal niet gaan;
En Petrus, antwoordende, zeide tot Hem: Matt. 16:16.
Jezus zeide tot hem: Ga heen, uw zoon leeft.
En Hij antwoordende, zeide tot hem: Gij zegt het.
En hij zeide tot hem: Neem uw handschrift,
Maar zijn vader zeide tot hem, mitsgaders zijn moeder.
En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.
En de Heere zeide tot hem in een gezicht: Ananias!
En ik zeide tot hem: Ik ben een Amalekiet.
En Jezus zeide tot hem: Wat noemt gij Mij goed?