Examples of using Zij baarde in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Zij baarde hem een kind.
En zij baarde haar zoon.
En de Here schonk zwangerschap en zij baarde een zoon.
Zij baarde Robert voor me.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
En een tweede keer ook zij baarde hem een zoon en hij noemde.
Zij baarde de eerste kolonie.
Haar naam was Jaya Mohan, en zij baarde mijn kind.- Wat rot.
En zij baarde haar eerstgeboren zoon.
En Lea werd wederom bevrucht, en zij baarde Jakob den zesden zoon.
Zij baarde hem een zoon. Hassan.
En Lea werd wederom bevrucht, en zij baarde Jakob den zesden zoon.
Zij baarde haar, ik voedde haar op.
Hosea 1:6 Zij werd opnieuw zwanger, en zij baarde een dochter.
Zij baarde een zoon, Maricha genaamd.
En Lea werd wederom bevrucht, en zij baarde Jakob den zesden zoon.
En zij baarde haar eerstgeboren zoon.
En Adam had gemeenschap met Eva, zijn vrouw, en zij baarde nog negen zonen.
En zij baarde hun eerstgeboren zoon.
En Lea werd wederom bevrucht, en zij baarde Jakob den zesden zoon.
En zij baarde opnieuw: zijn broer Abel.
En de tijd van Elizabet werd vervuld, dat zij baren zoude, en zij baarde een zoon.
En zij baarde Jakob deze zestien zielen.
Op oktober 8, 2000, zij baarde twee meisjes die op waren 35 weken zwangerschap vijf weken te vroeg.
En zij baarde opnieuw: zijn broer Abel.
In Openbaring 12:5 lezen we:"En zij baarde een mannelijken zoon,
En zij baarde een zoon, wiens naam zij noemde Salomo;
En zij baarde daarna een dochter; en zij noemde haar naam Dina.
En zij baarde daarna een dochter; en zij noemde haar naam Dina.
En zij baarde dezelve Jakob, zij waren allen zeven zielen.