What is the translation of " ZITTEN IN DE AUTO " in English?

• sit in the car
• are in the car
• sitting in the car

Examples of using Zitten in de auto in Dutch and their translations into English

We zitten in de auto.
We are in the car.

Onze grietjes zitten in de auto.
Our dates are in the car.

Ga zitten in de auto.
Go and sit in the car.

Mijn kinderen zitten in de auto.
My children are in the car.

We zitten in de auto.
We will be in the car.

Mam en Rasmus zitten in de auto.
Mom and Rasmus are in the car.

Ze zitten in de auto.
They're in the ignition.

Je broer en Dolores zitten in de auto.
Your brother and Dolores are in the car.

Wij zitten in de auto.
We will be in the car.

Mijn portemonnee, de sleutels zitten in de auto.
The wallet, keys are in the car.

Gaan zitten in de auto.
Go and sit in the car.

Ik zou haar wenend zien zitten in de auto, op de oprit.
I would find her sitting in the car in the driveway crying.

We zitten in de auto.
We're in the car, who-whoever's car this is.

Hun koffers zitten in de auto.
Their bags are in the car.

Wij zitten in de auto richting vliegveld.
We sit in the car, heading for the airport.

Twee mensen zitten in de auto.
Two UFOs sitting in a car.

We zitten in de auto, met lopende moter.
We will be in the car with the engine running.

De jongens zitten in de auto.
Boys are in the car.

We zitten in de auto bij Fernando en Novita,
We are in the car with Fernando and Novita,

Sleutels zitten in de auto.
Key is in the car.

Ja, we zitten in de auto, we zijn aan het zingen.
Yeah. We are in the car, singing.

Sleutels zitten in de auto.
Keys are in the car.

Ja, we zitten in de auto, we zijn aan het zingen.
We are in the car, singing. Yeah.

De sleutels zitten in de auto.
Keys are in the car.

Rustig zitten in de auto, het zal je zelf naderen.
Quietly sit in the car, it to you itself will approach.

Je vrienden zitten in de auto.
Your friends are inside the car.

Alf en ik zitten in de auto buiten.
AIf and I will be in a car outside.

De kinderen zitten in de auto.
Both kids are in the car.

Goed, we zitten in de auto.
All right, we will be in the car.

Mijn spullen zitten in de auto beneden.
My bags are in the car downstairs.

How to use "zitten in de auto" in a Dutch sentence

Beroemdheden zitten in de auto bij presentator James Corden.

We zitten in de auto terug van boodschappen doen.

Ze zitten in de auto omdat het noodzakelijk is.

Jules en Vincent zitten in de auto met Marvin.

Max en Jade zitten in de auto achter ons.

Beter zitten in de auto met de beste autokussens.

Afijn we zitten in de auto dus we zitten droog.

Hij ging zitten in de auto en begon te rijden.

We zitten in de auto en hij zit achter mij.

Ook kinderen die niet vastgeklikt zitten in de auto !

How to use "sit in the car, are in the car, sitting in the car" in an English sentence

I like to sit in the car riding games.

I sit in the car in the open door.

Sit in the car with your dog and practice there.

When you are in the car shoes is very important.

Sit in the car without the car running.

Sitting in the car personally driving, more admire Mr.

Sit in the car and take a sniff.

Janice and Stephe are in the car waiting for us.

Sit in the car as you normally would.

I'd sit in the car and wait for him.