Examples of using Zou schreeuwen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik zou schreeuwen.
Dacht je dat ik zou schreeuwen?
Je zou schreeuwen.
Ik was daar, ik zou schreeuwen.
Hij zou schreeuwen om genade.
Verkocht. Je zou schreeuwen.
Ik zou schreeuwen als ik het kon.
Ik wilde niet dat je zou schreeuwen.
Ik zou schreeuwen zodat iedereen het kan horen.
Ik had verwacht dat ze zou schreeuwen.
Mm-hm Je zou schreeuwen, niet?
Ik had verwacht dat hij tegen me zou schreeuwen.
Mm-hm Je zou schreeuwen, niet?
Heb ik niet gezegd dat hij tegen mij zou schreeuwen.
Dacht je dat ik zou schreeuwen? Jij bent het.
Ik hoopte dat je in je slaap zou schreeuwen.
Dacht je dat ik zou schreeuwen? Jij bent het.
Ze zou schreeuwen,"Als je iets te zeggen hebt.
Ik was bang dat ze zou schreeuwen.
Ik bedoel, ik zou schreeuwen en iets stuksmijten of zo.
Zei Bunty dat ik zou schreeuwen?
Ik vroeg je naar hier te komen zodat niemand zou schreeuwen.
Ik zei toch dat je zou schreeuwen voor je sterft.
Ik was huisvrouw tot… Een huisvrouw zou schreeuwen.
Ik dacht dat je wel zou schreeuwen als je me nodig had.
We hadden afgesproken dat je zou schreeuwen.
Voordat ik het van de rivieren en bergen zou schreeuwen. Ha, het is waarschijnlijker dat je hersenen… gebakken waren en je me daar weg wilden hebben.
Wie zou ooit denken dat ik zou schreeuwen.
Voordat ik het van de rivieren en bergen zou schreeuwen. Ha, het is waarschijnlijker
Je zou denken dat hij nu al zou schreeuwen.