What is the translation of " GET ON THE PLANE " in Dutch?

[get ɒn ðə plein]
Verb
[get ɒn ðə plein]
instappen
get in
in the car
enter
step
entry
boarding
embarkation
hop in
embarkment
to jump in
in het vliegtuig stapt
on the plane
get on that plane
ga naar 't vliegtuig
aan boord gaan
get on board
embark
be boarding
go on board
to get aboard
to be on
to go aboard
will board
board now
will commence boarding
in het vliegtuig stappen
on the plane
get on that plane

Examples of using Get on the plane in English and their translations into Dutch

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Get on the plane.
Ga naar 't vliegtuig.
I couldn't get on the plane.
Ik haalde het vliegtuig niet.
Get on the plane.
Stap in 't vliegtuig.
But before you get on the plane.
Voor je in het vliegtuig stapt.
Get on the plane.
Stap op het vliegtuig.
I didn't see you get on the plane.
Ik heb je niet zien instappen.
Get on the plane.
Stap in het vliegtuig.
Passport. Susan, get on the plane.
Paspoort. Ga naar 't vliegtuig.
Get on the plane. Go!
Ga naar 't vliegtuig!
You didn't see him get on the plane?
Dus je zag hem niet instappen?
Get on the plane!
Stap nou het vliegtuig in!
Will you phone me before you get on the plane?
Bel je voor je instapt?
Silas, get on the plane.
Silas, ga het vliegtuig op.
Will you phone me before you get on the plane?
Bel je voor je in het vliegtuig stapt?
Get on the plane, Olivia.
Neem dat vliegtuig, Olivia.
Well, do not let her get on the plane.
Zorg dat ze niet aan boord gaat.
Get on the plane, Malcolm.
Stap in het vliegtuig, Malcolm.
I have to get on the plane.- I…- Miss.
Ik… Ik moet instappen. Mevrouw.- Ik.
Get on the plane.-Passport.
Paspoort. Ga naar 't vliegtuig.
I saw them get on the plane to Paris.
Ik zag ze in het vliegtuig stappen naar Parijs.
Get on the plane.-Passport.
Ga naar 't vliegtuig.- Paspoort.
Don't let the server get on the plane.
Laat die server niet aan boord gaan.
You get on the plane. No.
Voor je in het vliegtuig stapt.-Nee.
Jack! Jack, you have to get on the plane.
Jack, je moet in het vliegtuig stappen. Jack!
Silas, get on the plane.
Silas, stap op het vliegtuig.
We were all wondering if you would get on the plane or not.
We vroegen ons al af of je zou instappen of niet.
Let's get on the plane.- Yes.
Laten we in het vliegtuig stappen.- Ja.
If I so much as look at you I will never get on the plane.
Als ik je zou zien staan… zou ik nooit aan boord gaan.
Get on the plane and come home!
Pak een vliegtuig en kom toch naar huis!
Jack, you have to get on the plane. Jack!
Jack, je moet in het vliegtuig stappen. Jack!
Results: 99, Time: 0.0747

How to use "get on the plane" in an English sentence

Also did he get on the plane too?
You need to get on the plane now, sir.
I get on the plane this morning for Austin.
Then when you get on the plane it's cold!
Iraq or get on the plane and go somewhere.
I get on the plane and find my seat.
Just get on the plane and enjoy your vacation.
Can’t wait to get on the plane Tuesday–and relax.
Stop waiting and get on the plane ride now.
Don’t get on the plane without medicine like Dramamine.
Show more

How to use "instappen" in a Dutch sentence

Bedrijven kunnen instappen vanaf mei 2019.
Instappen kan dan vanaf 20.990 euro.
Een Flex Slider maakt instappen gemakkelijk.
Het instappen was nog even puzzelen.
Dat instappen gaat alleen niet vanzelf.
Dit vergemakkelijkt haar het instappen behoorlijk.
Dat maakt het instappen voor bv.
Dat was het instappen trouwens wel.
Met instappen gaat het precies andersom.
Deze deuren maken instappen extra makkelijk.

Word-for-word translation

Top dictionary queries

English - Dutch