What is the translation of " GET YOUR THINGS " in Dutch?

• pak je spullen
• haal je spullen
• neem je spullen
• pak uw spullen
• pak jullie spullen
• pak je dingen
• ga je spullen
• je dingen pakken
• je spullen halen
• spullen halen
• spullen pakken

Examples of using Get your things in English and their translations into Dutch

Get your things.
Pak uw spullen.

Now go get your things.
Ga je dingen pakken.

Get your things.
Neem je spullen.

Go and get your things.
Ga je spullen halen.

Get your things.
Haal je spullen. Wat?

Let me go get your things.
Ik ga je spullen halen.

Get your things.
Ga je spullen pakken.

Ladies, get your things!
Dames, pak jullie spullen.

Get your things and go.
Pak uw spullen.

Penelope get your things, girls.
Pak je dingen, meisjes.

Get your things out.
Pak je spullen maar.

Everybody, get your things.
Iedereen, pak jullie spullen.

Get your things together.
Pak uw spullen.

Let me go get your things. Good.
Ik ga je spullen halen. Mooi.

Get your things together.
Neem je spullen.

Gary? Linda? Get your things.
Gary en Linda, pak jullie spullen.

Get your things ready.
Ga je spullen halen.

And leave. Get your things…-What?
Wat? Neem je spullen en vertrek?

Get your things.- What?
Haal je spullen. Wat?

Come on, let's get your things.
Kom op, laten we je dingen pakken.

Get your things, Dora.
Haal je spullen, Dora.

Let's just get your things and go.
Laten we spullen halen en gaan.

Get your things, quickly.
Pak je dingen, snel.

Linda? Gary? Get your things together.
Gary en Linda, pak jullie spullen.

Get your things together.
Pak je spullen samen.

She actually thinks it it might be a good idea if you um er… go and get your things.
Ze denkt echt dat… het een goed idee is als je… er naartoe gaat en je dingen pakt.

But get your things.
Maar pak je spullen.

Get your things together!
Ga je spullen pakken!

Let's go. Get your things together.
Ga je spullen pakken! We gaan.

Get your things together.
Pak je spullen bijeen.