Examples of using Wants to know when you in English and their translations into Dutch
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
He wants to know when you're leaving.
She's been calling your line, now she's calling mine, wants to know when you will be back.
He wants to know when you're coming in.
Hij wil weten wanneer je komt.Hey, Mullins. Captain wants to know when you're coming in.
Hé Mulins, de baas wil weten wanneer je terug bent.Wants to know when you will be back.
Ze wil weten wanneer je terug bent.Everybody wants to know when you're gonna get here.
Iedereen wil weten wanneer je komt.Wants to know when you're coming over for your clothes.
Ze wil weten wanneer je Your mother wants to know when you're coming home.
He wants to know when you leave, When you come home,
Hij wil weten wanneer je vertrekt, Mommy wants to know when you're leaving.
Mama wil weten wanneer je weer weggaat.She wants to know when you're coming home.
Ze wil weten wanneer u thuiskomt.He wants to know when you're coming back.
Hij wil weten, wanneer je terugkomt.Mom wants to know when you're cooking dinner.
Mam wil weten wanneer je gaat koken.And he wants to know when you're coming back.
Hij wil weten wanneer jullie terugkomen.He Wants To Know When You're Going Back Out.
Hij wil weten wanneer je het water op gaat.She wants to know when you're picking up your son.
Ze wil weten wanneer u uw zoon ophaalt.Jeannie wants to know when you're coming over for dinner.
Jeannie wil weten wanneer je komt eten.Everyone wants to know when you're starting classes again.
Iedereen wil weten wanneer je terug lesgeeft.Alvin, she wants to know when you can be ready for her.
Alvin, ze wil weten wanneer je er klaar voor bent.She wants to know when you're coming to pick up your son.
Ze wil weten wanneer u uw zoon ophaalt.He wants to know when you're coming back to Boston.
Hij wil weten wanneer je weer naar Boston komt.Captain wants to know when you're coming in. Hey, Mullins.
Hé Mullins, de baas wil weten wanneer je terugkomt.She wants to know when you're collecting your clothes.
Ze wil weten wanneer je She wants to know when you will visit her in Poughkeepsie.
Ze wil weten, wanneer je haar komt opzoeken in Poughkeepsie.Michael wants to know when you're gonna start paying down the principle.
Michael wil weten wanneer je echt gaat afbetalen.Joe wants to know when you will be done with the Ganz portfolio.
Joe wil weten wanneer je klaar bent met de Ganz's portefolio.Lucia Morell wants to know when you're going to interview her about the attack,
Lucia Morell wil weten wanneer u haar I want to know when you can crack the case.
Ik wil weten wanneer je de zaak oplost.I want to know when you slept with the Queen.
Ik wil weten wanneer je met de Koningin geslapen hebt.I want to know when you slept with the queen and how many times.
Ik wil weten wanneer je met de Koningin geslapen hebt.
