Wat Betekent PULLI in het Nederlands - Nederlands Vertaling S

Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
trui
pullover
pulli
sweatshirt
trikot
sweater
jacke
strickjacke
hemd
hoodie
strickpulli
sweater
pullover
pulli
sweatshirt
jacke
kapuzenpulli
pullunder
shirt
hemd
trikot
bluse
oberteil
pulli
sweatshirt
hoodie
kapuzenpulli
kapuze
pulli
kapuzenpullover
kapuzensweatshirt
kapuzenshirt
kapuzenjacke
sweatshirt
pulli
sweatshirt stoff zartes
sweatshirtstoff
truitje
Vraag afwijzen

Voorbeelden van het gebruik van Pulli in het Duits en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Medicine category close
  • Ecclesiastic category close
  • Financial category close
  • Ecclesiastic category close
  • Computer category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
Geiler Pulli.
Mooie sweater.
Ein Pulli für Simon.
De pull van Simon.
Ist das dein pulli?
Is dat je hoodie?
Dieser Pulli ist mehr wert.
Deze trui is meer waard.
Es ist ein Pulli.
Het is een sweater.
Passt der Pulli zum Hintergrund?
Past de trui bij de achtergrond?
Ich habe einen Pulli.
Ik heb een trui.
Bobby Pin, Pulli ausziehen.
Bobby Pin, doe je hoodie af.
Du trägst einen Pulli.
Je draagt een sweater.
Schöner Pulli, Süße.
Mooi truitje, meisje.
Das steht auf seinem Pulli.
Dat staat op z'n shirt.
Ich habe den Pulli gemacht.
Ik maakte dat shirt.
Ich habe Öl auf meinem Pulli.
Ik heb smeer op mijn shirt.
Vergiss den Pulli nicht.
Vergeet de trui niet.
Der Pulli, den du anhast, ist 400$ wert.
Dat is een sweater van $400.
Ich zieh meinen Pulli aus.
Ik trek mijn shirt uit.
Ich habe einen Pulli mit seinem Gesicht drauf.
Ik heb een trui met zijn gezicht erop.
SENDEN Der Mann im blauen Pulli.
VERZENDEN Die jongen in de blauwe sweater.
Wo ist mein Pulli, Diebin?
Waar is mijn trui, dief?
Sie sieht so sexy aus in diesem Pulli.
Ze ziet er zo sexy uit in die sweater.
Ist das mein Pulli, Roberta?
Is dat mijn trui, Roberta?
Ich goss Cranberry-Saft auf ihren Pulli.
Ik morste sap, cranberry sap, op haar sweater.
Hast du meinen Pulli geklaut?
Heb jij m'n hoodie gejat?
Die Rede, und dann gebt ihr ihm zuerst den Pulli.
Speech, en dan geven we hem eerst de hoodie.
Hast du deinen Pulli mitgebracht?
Heb je je trui bij je?
Einen Pulli zu stricken kostet 27 Amerikaner ihren Job.
Een trui voor iemand breien kost 27 Amerikanen hun job.
Ich will meinen Pulli wieder.
Ik wil m'n sweatshirt terug.
Jack hat einen Pulli, der ihn direkt in Zusammenhang mit dem Mord bringt.
Jack heeft een hoodie die hem direct met de moord verbindt.
Willst du nicht einen Pulli mitnehmen?
Wil je geen truitje mee?
Hör zu, an meinem Pulli zu zerren, ist das Gleiche wie das mit dem Gesicht.
Aan mijn shirt trekken is net zoiets als aan m'n gezicht trekken.
Uitslagen: 584, Tijd: 0.0755
S

Synoniemen van Pulli

Top woordenboek queries

Duits - Nederlands