Wat Betekent I'M GOING TO THE STORE in het Nederlands - Nederlands Vertaling

[aim 'gəʊiŋ tə ðə stɔːr]
[aim 'gəʊiŋ tə ðə stɔːr]

Voorbeelden van het gebruik van I'm going to the store in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands

{-}
  • Colloquial category close
  • Official category close
  • Ecclesiastic category close
  • Medicine category close
  • Financial category close
  • Computer category close
  • Ecclesiastic category close
  • Official/political category close
  • Programming category close
I'm going to the store.
Ik ga naar de kiosk.
All right, I'm going to the store.
I'm going to the store.
Ik ga naar de winkel.
It's no problem. I'm going to the store.
Ik loop even naar de winkel.
I'm going to the store.
Ik ben naar de winkel.
All right, I'm going to the store.
Oké mensen, ik ga even naar de winkel toe.
I'm going to the store! Luca!
Luca, ik ga naar de winkel.
Mi go na winkri- I'm going to the store.
Mi go na winkri- Ik ga naar de winkel.
No, I'm going to the store.
Nee, ik ga naar de winkel.
Isn't it Saturday? No, I'm going to the store.
Is het zaterdag? Nee, ik ga naar de winkel.
Mom, I'm going to the store!
Mam, ik ga naar de winkel!
I'm out of cigarettes, so I'm going to the store.
Mijn sigaretten zijn op, dus ik ga even naar de winkel.
Luca! I'm going to the store!
Luca, ik ga naar de winkel.
I'm going to the store, Megan!
Ik ga naar de winkel Megan!
It's not a short I'm going to the store to get some more.
Het is geen tekort ik ga naar de winkel om wat meer te halen.
I'm going to the store.
Ik ga even naar de winkel.
Tammy, I'm going to the store.
Tammy! Ik ga naar de winkel.
I'm going to the store.
Ik ga terug naar de winkel.
Okay, Mom, I'm going to the store now!
Oké, mam, ik ga nu naar de winkel.
I'm going to the store.
Ik moet even naar de winkel.
Okay, Mrs. Solis, I'm going to the store now for oven cleaner.
Oké, Mrs Solis, ik ga naar de winkel ovenreiniger halen.
I'm going to the store today!
Ga vandaag naar de winkel!
Well, I'm going to the store later.
Nou, ik ga later naar de winkel.
I'm going to the store for nachos.
Ik ga naar de winkel voor chips.
So mom, I'm going to the store and wondered if you needed anything.
Mam, ik ga naar de winkel en ik vroeg me af of jij iets nodig had.
I'm going to the store today.
Ik ga vandaag naar de winkel.
I'm going to the store. Wanna take a ride with me?
Ga je mee naar de winkel,?
I'm going to the store, because you have nothing.
Dan ga ik naar de winkel, want je hebt niets.
I'm going to the store to buy some incense.
Ik ga naar de winkel om wat wierook te kopen.
I'm going to the store, I will be back in five minutes.
Ik ga naar de winkel. Ik ben over 5 minuten terug.
Uitslagen: 746, Tijd: 0.0489

Woord voor woord vertaling

Top woordenboek queries

Engels - Nederlands