Voorbeelden van het gebruik van Win in het Engels en hun vertalingen in het Nederlands
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Our win.
I win, huh?
Oh, I can win.
My win, Murray.
Mijn zege, Murray.That's That's a win.
Dat is een win.That's a win for me.
Yeah, but we win.
Ja, maar wij winnen.This is a win for you.
Annalise for the win.
Annalise voor de winst.You win, Leon. Carmen.
I could use a win.
Ik kan een winst gebruiken.I can win, and I will.
Ik kan winnen, en ik zal.I'm not leaving without a win.
Ik vertrek niet zonder winst.You win, three and a half.
Jij wint, drie en 'n half.You can't buy a win, Lee.
And win. And win.
En winnen.- En winnen.Leah can win.
Leah kunnen winnen.Another win in the batcolumn.
Weer een win in de Batkolom.Pretty white privilege for the win.
Mooi wit privilege voor de overwinning.I" win or"we" win?
Ik" win of"we" winnen?Ash and Pikachu win the pre-trial!
Ash en Pikachu winnen het oefengevecht!Big win for the good guys.
Grote winst voor de goede jongens.One third each on win, lose or draw.
Een derde op winst, op verlies en op gelijkspel.Not a win, but a small victory.
Geen zege maar een kleine winst.This will be my last war, win or lose.
Dit zal mijn laatste oorlog zijn, winst of verlies.That's a win in my book.
Dat is een overwinning in mijn boek.Win or lose, they do not worry!
Zege of verlies, ze maken zich geen zorgen!Take the win, Doc. I'm good.
Neem de winst, doc. Ik ben goed.You helped me with a Supreme Court win, Connor.
Je hielp me met een overwinning voor het Hooggerechtshof, Connor.Another win for Team Graham.
Weer een overwinning voor Team Graham.
