Voorbeelden van het gebruik van Eet voor in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Hij eet voor twee!
Cacaosnoepje, je eet voor.
Je eet voor twee.
Om op, lieverd, eet voor mama.
Ik eet voor twee.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
vlees eetman eetspaghetti eeteet je ontbijt
taart eeteet vis
eet elke dag
eet ijs
kinderen eetvarken eet
Meer
Kom op schatje, eet voor mama.
Je eet voor tweeën.
En nu komt hij thuis en eet voor de tv.
Je eet voor tien.
Iemand anders aan tafel eet voor drie.
Ik eet voor de tv.
Zijt gij eet voor twee?
Eet voor het koud wordt.
Commandant Holt eet voor het eerst een marshmallow.
Eet voor het koud wordt.
Hoe dan ook. Ik heb honger, ik eet voor twee dus ik ga een kitkat halen.
Ik eet voor alle slechten.
Eet, voor het koud wordt. Vooruit.
Niemand eet voor halfelf. Precies.
Eet voor ongeveer US $ 4 met 1 fruitsap.
Je eet voor… Weet ik.
Je eet voor twee nu.
Je eet voor twee.
Hij eet voor 10 dollar per dag.
Ik eet voor twee.
Ik eet voor twee.
Ik eet voor m'n bloes en mij.
Ze eet voor twee: ook voor haar teen.
Ik eet ontbijtgranen voor ik ga zwemmen.
Jij eet overal voor.