Voorbeelden van het gebruik van Isabelle in het Nederlands en hun vertalingen in het Duits
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Ecclesiastic
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Computer
-
Official/political
-
Programming
Isabelle en jij.
Kom op, Isabelle.
Isabelle, bedoel ik.
Noem me niet Isabelle.
Isabelle bleef hier.
Mensen vertalen ook
Ik smeek u, Isabelle.
Isabelle is veilig.
Gaat Lesher Isabelle ontvoeren?
Isabelle, je bent terug!
Ferrussac, voornaam Isabelle.
Isabelle, je bent een kind.
Ik wil een test met Isabelle doen.
Amelie, Isabelle, Andre en Paul.
Wat wil je dat ik zeg Isabelle?
Ik ben Isabelle Carrick van 8 News.
Hij lijkt wel op Isabelle Adjani?
Isabelle en Magnus rekenen op ons.
Dit is m'n moeder, Isabelle Corday.
Isabelle heeft een nieuwe lijfwacht nodig.
Mijn dochter Isabelle, haar man Jean-Marc.
Isabelle heeft een nieuwe lijfwacht nodig.
Ja. Je huurt een kamer van Isabelle Gomez?
Maar Ella Isabelle, wat moet ik doen?
Ze bedreigde mijn familie. Isabelle Morales.
Isabelle Moreau. Beroep?- Nee.- Getrouwd?
Ik wil de kinderen van Isabelle bezoeken. Maar een?
Isabelle is niet schuldig, maar de Beker!
Doe de groeten aan uw charmante dochter, Isabelle.
Talia en Isabelle waren beste vriendinnen.
Kalarjian Ik denk dat zij Isabelle gaat vermoorden.