Voorbeelden van het gebruik van Cola in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Twee cola.
Cola voor mij.
Met mijn cola.
With my cola.Geen cola meer.
No more Cokes.Met mijn cola.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Cola, bedoel ik.
I meant the soda.Gewoon rum en cola.
Cola en rode wijn.
Coke and red wine.Noem het gewoon cola.
Just call it soda.Zes cola alstublieft.
Six cokes, please.Niet met Dragon Cola.
Not with Dragon Cola.Twee cola, alsjeblieft.
Starletta wil een cola.
Starletta wants a Coke.Snoep en cola voor iedereen.
Mag ik nog meer cola?
Die Cola fles met tanden?
That Coke bottle with teeth?Geef hem een cola.
Why don't you give him a Pepsi?Cola, zie je, wij drinken het.
See, we drink it. Coke.En twee Dieet cola, geen ijs.
And two Diet Cokes, no ice.Vandaag vervoeren we Aqua Cola.
Today we haulin' Aqua Cola.De Cola in onze ijskast is gratis.
The Cokes in our fridge.Geef hem wat brood en een cola.
Give him some bread and a Pepsi.We hebben cola in de ijskast.
Or we have Coke in the fridge.Het is mijn favoriete soort cola.
It's my favorite kind of cola.We hebben cola in de koelkast.
We have cold colas In the icebox.Spallone heeft gewonnen, Charlie Cola.
Spallone won, Charlie Cola.Rum en cola, maar goed geserveerd.
Rum and cola, but well served.Kleefrijst, varkensvlees, zelfs geen cola.
Sticky rice, pork, not even Pepsi.We hebben cola, bier, water, wijn.
We have coke, beer, water, wine.Cola is bruin
Cola is brown,
