Voorbeelden van het gebruik van Die sofa in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik hou van die sofa.
Die sofa was keihard.
Ik dut wel op die sofa.
Heb je die sofa gezien?
Ik ben geboren op die sofa.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Ik ben op die sofa ter wereld gekomen.
Genoeg over die sofa.
Die sofa, weet u nog?
Scamp, van die sofa af!
Die sofa's zijn vreselijke bedden.
Je hebt op die sofa gezeten.
Vele herinneringen aan die sofa.
Dus je wilt die sofa niet eens?
Nu die Sofa, die is schitterend.
Op een 14e mei, op die sofa.
Ik zat op die sofa, met El naast me.
Dit is veel beter dan die sofa, niet?
Dan kan die sofa wel in leer.
Zelfs ik zou niet beloven die sofa te nemen.
Jerry wilde die sofa toch niet meer vanwege die vlek?
Ze had hem hier in deze kamer,… op die sofa.
Hallo, ik bel voor die sofa en die stoelen.
Kom op, leg je grote gele kont terug op die sofa.
Hij deed mijn kleren uit op die sofa, en we deden het hier.
Ik lig al zolang ik me kan herinneren op die sofa.
Het ziet er misschien niet naar uit, maar die sofa is erg comfortabel.- Probeer het maar.
Ik zou je naar huis sturen, maar dat zou je gewoon van die stoel naar die sofa brengen.
Het ziet er misschien niet naar uit, maar die sofa is erg comfortabel.- Probeer het maar.
Je gaat me ooit nog dankbaar zijn dat ik je die sofa liet nemen.
Ga met je smal achterwerk uit die sofa en scheer je weg!