Voorbeelden van het gebruik van Gratis in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het is gratis.
Gratis water!
Hij was gratis.
En gratis koffie.
Het bloed is gratis.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
gratis wifi
gratis toiletartikelen
gratis parkeergelegenheid
gratis verzending
gratis parkeren
gratis internet
gratis spins
gratis desktop
gratis gebruik
gratis ontbijt
Meer
Twee gratis sets.
Gratis bomen, huh?
Is het gratis vanavond?
De drankjes zijn gratis.
En gratis haaien.
Hij gaf het gratis weg.
Gratis cadeau voor jou.
Twee weken gratis in Londen.
Gratis hors d'oeuvres.
Ik ga wat gratis werk doen.
Gratis tickets als ik wou.
Het kwam gratis met de kamer.
Gratis, advocaat. Bedankt, Joe.
QR generatoren zijn gratis beschikbaar.
Gratis, advocaat. Bedankt, Joe.
Ik geef u een extra kotelet gratis.
Gratis psychologische detox?
Dat betekent gratis hapjes. Wat?
Je gratis warme drank, mevrouw.
Thee en koffie zijn gratis beschikbaar.
Adrien!- Gratis voor een hele week!
Geef me Yonas en het is gratis.
Adrien!- Gratis voor een hele week.
Dus nu ben ik persona non gratis of wat dan ook.
Gratis cocktail? Iets voor u?