Voorbeelden van het gebruik van Kapper in het Nederlands en hun vertalingen in het Engels
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Uw kapper.
Green home kapper.
Welke kapper heeft ze?
En ik ben kapper.
Je had Kapper Hasan kunnen zeggen.
Combinations with other parts of speech
Gebruik met bijvoeglijke naamwoorden
Gebruik met werkwoorden
Gebruik met zelfstandige naamwoorden
Nieuwe kapper.
Kapper is slechts een nevenactiviteit.
Jouw kapper.
Je moet nodig naar de kapper.
Heb je een kapper nodig?
Diamantensmokkel bij de kapper.
Diamond smuggling at the hair salon.Ze wil kapper worden.
She wants to be a hairdresser.Ik ben niet de kapper.
I'm not the barber.Bij de kapper of zo?
Like at the hair salon or something?Hij moet naar de kapper.
He needs a haircut.Hij is m'n kapper, Norman Lee.
That's my barber Norman Lee.We moeten naar de kapper.
We need a haircut.Meer over kapper spelletjes.
More about hairdressing games.Hij is niet eens kapper.
He's not even a barber.Hij is mijn kapper, Norman Lee.
That's my barber Norman Lee.En wat is 'n Phi Beta Kapper?
Wie is je kapper, schat?
Who does your hair, darling?Dit is het nichtje van mijn kapper.
Ik moet naar de kapper om 16.00u.
I have a haircut at 4:00.Stomme tijdschriften bij de kapper.
Stupid magazines at the hair salon.Is er een kapper in het hotel?
Is there a barber in the hotel?Fabian, mijn kapper.
Fabian, my hair dresser.Er is een kapper in het paleis?
We have a barbershop in the palace?Ik moet naar mijn kapper.
I have got to get to my hair stylist.Eugene's kapper, kan ik u helpen?
Eugene's Barbershop, may I help you?
