Examples of using Ada in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Alsjeblieft, Ada.
Ada en het paard.
Moeder. Ada, brandy.
Ada komt vandaag.
Jij en Rick en Ada.
Ada Wong.- Mijn naam is.
Nee. Nee, ik meen het, Ada.
Ik ben Ada Gordon, mevrouw.
Dat zijn de zonen van Ada.
Ada heeft 'n verrassing voor Fabi.
Dat zijn de zonen van Ada.
Ada, weet je wat ik ga doen?
Nee, sir. Alleen Kitty en Ada.
En wie heeft het Ada verteld?- Ada.
Ik verblijf bij Monkey en Ada.
Ada, op deze camping in juli 2017.
Steve heeft een date met Ada Cooling.
Ada is weg. Ik weet niet waarheen.
Breng Polly en Ada naar de werf van Charlie.
Ada Monroe? Draai je om of ik schiet?
Ik maak me zorgen over mijn moeder, over Ada.
Ada Monroe? Draai je om
Dit waren de zonen van Ada, de vrouw van Ezau.
Ik ben Ada Monroe. Goedemorgen.- Klopt.
Ricky Jo Simmons was een man die in Ada woonde.
Ik ben Ada Monroe.- Klopt. Goedemorgen.
Het zou mij niet verbazen indien Swapichou Ada G.
Mevrouw Ada, ik heb een nieuw verhaal voor u.
Dit zijn de toegangscodes die Ada ons gaf. Ik omzeil het.
Ada leerde hem hoe ze op te lossen.