Examples of using Begin in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Begin der tijden.
Als ik met een gitaar begin.
Begin met scannen.
Dat wist ik vanaf het begin.
Het begin der tijden.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
nieuw begineen nieuw begingoed begineen goed beginallereerste beginprille beginmooi beginbescheiden beginslecht begingeweldig begin
More
Maar vandaag maak ik een begin.
Het begin der tijden.
Zo was Sonja begin 2005.
Begin landingssequentie.
Het was het begin van de winter.
Begin bio-duplicatie.
Speel Farm Frenzy in het begin.
Ik begin het te voelen.
Telefoontjes naar Rome begin januari.
Ik begin altijd met rood.
Want vandaag is ons nieuwe begin.
In het begin was ik niet zeker.
Omdat vandaag ons nieuw begin is.
Ik begin met de autopsie.
Omdat vandaag ons nieuwe begin is.
Of het begin van haar einde?
Statham werd aangevallen begin 2015.
Begin van de immuniteit: 7 dagen.
Vanaf het begin, gecodeerd in BISS.
Begin 2002. Maar dat was zijn leven.
Jij was vanaf het begin wantrouwend.
Ik begin moe te worden.
Zeer goede communicatie vanaf het begin.
Dit late begin van… robotdementie.
Begin met de mysteries van het hart.