Examples of using Bleef in de auto in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ik bleef in de auto.
We gingen daar staan en ik bleef in de auto.
Ze bleef in de auto.
Dus zij ging en ik bleef in de auto.
Hij bleef in de auto.
Combinations with other parts of speech
Usage with nouns
kalm blijvenhoogte blijvenwakker blijvenfeit blijftcommissie blijftbuurt blijvenmensen blijvenvraag blijftblijven bewegen
blijven eigendom
More
Ik heb gereden maar bleef in de auto.
Ik bleef in de auto.
Alleen Xola. Ik bleef in de auto.
Ik bleef in de auto zitten.
Ja, Arceneaux bleef in de auto.
Zij bleef in de auto zitten.
dus ik bleef in de auto.
Gary bleef in de auto.
Dus u ging het restaurant in en zij bleef in de auto.
June bleef in de auto.
Bleef in de auto, was er niet eens bij.
Agent Diaz bleef in de auto.
Ik bleef in de auto. Alleen Xola.
Ze heeft 'm een pak intieme brieven geschreven, maar bleef in de auto toekijken. Dat geweld kent ze al haar hele leven.
Het bleef in de auto liggen en.
Arceneaux bleef in de auto. Ja.
Ik bleef in de auto zitten tot Kevin de truck aan de praat kreeg en wegreed.
Sally bleef in de auto.
Ik bleef in de auto zitten en voerde Lola terug naar Next Step.
June bleef in de auto.
Cinque bleef in de auto, terwijl Rachel 12 tot 30 minuten in het gebouw ging.
Ik bleef in de auto.
Ik bleef in de auto zitten tot Kevin de truck aan de praat kreeg en wegreed.
Jij blijft in de auto.
U blijft in de auto tijdens het afzetten.