Examples of using Concurrent in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Miro is zijn concurrent.
Concurrent van het familiebedrijf.
Onze grootste concurrent.
Wat zijn Concurrent Gebruikerslicenties?
En jouw nieuwe concurrent.
Combinations with other parts of speech
De grootste concurrent is Vestas uit Denemarken.
LabEx, onze grootste concurrent.
Je was haar concurrent voor een beurs.
Een zakenpartner, een concurrent.
Onze concurrent, onze vijand. Lucas Drake?
Je bent haar concurrent niet.
Een concurrent van Jonathan Chow's bedrijf.
Onze grootste concurrent is B.
Concurrent oogheelkundige verschijnselen kunnen zijn.
En zakelijke concurrent misschien?
Parallax zijn grootste concurrent.
Onze eerstvolgende concurrent in de damesdivisie.
Ze hadden ruzie met de concurrent.
Deze concurrent heet de Super Paradijsvogel.
We zien je niet als concurrent.
Zij laten de concurrent uiteindelijk ver achter zich.
Mercedes is onze grootste concurrent.
Zijn concurrent Rintje Ritsma werd toen vijfde.
Camille is geen concurrent voor jou?
Ten eerste ben je echt niet m'n concurrent.
Concurrent lagere urinewegen bacteriële infecties.
Misschien is dat het. Voor de concurrent.
Concurrent Glassdoor kwam onlangs naar Nederland.
Richard Jensen vervolgt de concurrent.
Concurrent sessies voor snellere tijd naar resolutie.