Examples of using Dapperen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dapperen, zeg je?
Van de En de thuis Dapperen.
Dapperen gaan voorop.
Ik was niet een van de dapperen.
De dapperen waren weg.
People also translate
Het leven beloont de dapperen.
Onze dapperen zijn klaar.
Vrouwe Fortuna lacht de dapperen toe.
Dapperen helpen squaw niet.
Er zijn dertig dapperen op ons pad.
De dapperen zijn naar ons op jacht.
Voor Katara, het merkteken van de dapperen.
Van de Dapperen En de thuis.
U bent de Captain van deze dapperen.
Alleen dapperen dragen veren.
De afkeuring van lafaards is een compliment voor de dapperen.
Van de Dapperen En de thuis.
Profiel schilderij van Hester van Dapperen|.
Alle dapperen sterven als eerste.
Maar vaak sterven de dapperen als eerste.
En de Dapperen zijn die hoop.
Bleekgezichten worden omringd door de dapperen in Utah. Iedereen bukken!
Laat de dapperen de angstigen helpen.
Gardevias is het gezamenlijke bezit van de broers en zussen Van Dapperen.
Hoeveel dapperen heeft ze gekend?
de avonturier en de dapperen.
Dapperen, ga maar weer kettingen rijgen.
De pijl nu vertelt de dapperen zich terug te trekken.
De Dapperen willen een oude vete vereffenen.
te min geraden naar 't mij voorkomt, want dat het geluk de dapperen begunstigt is toch wel dikwijls waar en wat daar ook van zij- van het geluk of"la joie?