Examples of using Dapper in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ze is dapper.
Wees dapper, zoals m'n moeder.
Jij bent dapper.
Wees dapper en ga door.
Dat was dapper.
People also translate
Wees dapper, zoals mijn moeder.
Ze was dapper.
Dapper reden ze door, en goed.
Heel erg dapper.
Ga dapper en in het geniep.
Jij bent dapper.
Hoe dapper van je dat te kiezen.
Jij was dapper.
Dapper Jack Rogers. Zoals wie?
Ik zal dapper zijn.
Joan was heel dapper.
Het is Dapper Jack!
Ik vind je heel dapper.
Ik wil Dapper Dan.
Shchegolevatyy. Dapper.
Ben je dapper of niet?
Aye, en vocht dapper.
Steed was dapper en geestig.
Hij was sterk en dapper.
Je kunt dapper zijn.
Maar seon-mi was heel dapper.
Wat een dapper moed!
Hij is romantisch en dapper.
Je zag het dapper onder ogen.
Het was moedig en ongelooflijk dapper.