Examples of using Eetzaal in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Geen eetzaal.
Eetzaal deur, nu.
In de eetzaal.
Er zijn problemen in de eetzaal.
De eetzaal is hier.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
grote eetzaalruime eetzaaleen grote eetzaalgezellige eetzaalgemeenschappelijke eetzaalelegante eetzaallichte eetzaalprachtige eetzaaleen ruime eetzaalmooie eetzaal
More
Usage with verbs
Usage with nouns
Naar de eetzaal.
En de eetzaal, zoals je kunt zien.
Dat is de eetzaal.
De eetzaal is alleen voor klanten.
Naar de eetzaal.
In de eetzaal, op de eerste verdieping.
Het was de eetzaal.
Eetzaal met verse en bereide gerechten.
Dit is mijn eetzaal.
Eetzaal was comfortabel met een fauteuil.
Ja, voor de eetzaal.
We moeten de eetzaal en de keuken verbouwen.
Ze is in de eetzaal.
Dit is de eetzaal van de Sarah Siddons Society.
Dit is de eetzaal.
Dit was hun eetzaal en 's ochtend verzamelruimte.
Probeer jij de eetzaal.
Iedereen naar de eetzaal voor een noodbriefing.
Ze is niet in de eetzaal.
Gluur in de eetzaal, de kruidentuin en zelfs in de slaapkamers.
Breng hem naar de eetzaal.
In de ruime eetzaal kunt u genieten van uw zelfgemaakte maaltijden.
Breng die naar de eetzaal.
De eetzaal heeft een opvallend uitzicht op onze rustige tuin.
Het eten is in de eetzaal.