Examples of using Ga terug in de auto in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Ga terug in de auto.
Schattig. Ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Schattig. Ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Kijk, Sancho, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Doe die pruik af en ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Chad! Gordon… Gordon, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
We zijn net aangekomen bij… Hé, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Oké, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Nick, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Simon, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto, nu.
Hans!- Ga terug in de auto!
Ga terug in de auto.
Gordon, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto.
Dokter, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto, mevrouw.
Seeley, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto zitten, Zach!
Oké, ga terug in de auto.
Ga terug in de auto, stomme idioot!
Yo, Toby, ga terug in de auto.