Examples of using Gode in Dutch and their translations into English
{-}
-
Ecclesiastic
-
Colloquial
-
Official
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Gode zij dank.
Oh! Oh! Gode zij dank!
Gode zij dank dat jullie hier zijn.- Lillibet.
Men schrijft dus: maken- maakt, good- gode.
O, Gode zij dank.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
Usage with verbs
Tenzij gij er bijvoegt: Indien het Gode behaagt!
Oh! Gode zij dank! Oh!
Die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
Mr Shelby, gode zij dank dat u terug bent.
En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
Gode decor van een prachtig uitzicht op zee.
En die in het vlees zijn, kunnen Gode niet behagen.
Men moet Gode meer gehoorzamen dan de mensen.
Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen.
Gode zij dank door Jezus Christus, onze Heer!
Maar zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen.
Zijt gij Gode geen waren godsdienst verschuldigd?
En er de uitzondering niet bijvoegden: Indien het Gode behaagt.
Men moet Gode meer gehoorzaam zijn, dan den mensen.
Doch zij zullen niet gewaarschuwd worden tenzij het Gode zal behagen.
Zijt gij Gode geen waren godsdienst verschuldigd?
Doch zij zullen niet gewaarschuwd worden tenzij het Gode zal behagen.
Gode zijn al Zijn werken van eeuwigheid bekend.
Prinses Elizabeth, Gode zij dank dat we u gevonden hebben.
Gode behoort wat in den hemel en op aarde is.
Doch zij zullen niet gewaarschuwd worden tenzij het Gode zal behagen.
Terwijl het Gode niet past kinderen te baren.
Doch zij zullen niet gewaarschuwd worden tenzij het Gode zal behagen?
Zijt gij Gode geen waren godsdienst verschuldigd?
Doch zij zullen niet gewaarschuwd worden tenzij het Gode zal behagen.