Examples of using Hesh in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Mr. Hesh.
Hesh staat buiten.
Het is Hesh.
Hesh weet wel iemand.
Hoe gaat het, Hesh?
Hesh raadde hem aan.
Hoe heet hij, Hesh?
Hesh, doe de deur dicht.
Bedankt voor het etentje, Hesh.
Hesh, kom eens kijken!
Geef hem daar wat van, Hesh.
Hesh is een vriend van mij.
Ik heet niet eens Derek Hesh.
Hesh Rabkin en z'n dochter Beth.
Todd Player, dit is Derek Hesh.
Hesh, waar woont Jimmy Peskoe?
Ik heet niet echt Derek Hesh.
Hesh, wees geen vrek, meer bonen.
Ik regel een afspraak met Hesh.
Ik belde Coles, Hesh vertelde 't me.
Vraag dat Hesh maar.
Ik wil dat dat Hesh geval opgelost wordt.
Hesh.- wil je cornedbeef vandaag?
Ik ben Derek Hesh. Heel hartelijk dank.
Hesh huurde 'n plek bij Point Pleasant.
je vader… belde ik Hesh.
Ik weet dat Hesh in de muziekbusiness zat.
Procent komt van jou, de andere 75 procent van Hesh.
Hesh vertelde me dat je de minnares van je vader hebt ontmoet.
Skullcandy Hesh koptelefoon om te winnen!