Examples of using Identifier in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Unieke identifier.
Identifier verwacht.
Technische identifier van het veld.
Identifier mist id.
BIC staat voor“Bank Identifier Code”.
People also translate
Music Identifier is een eenvoudige applicatie.
LEI staat voor Legal Entity Identifier.
Het type en de identifier hier een*way.
DOI staat voor Digital Object Identifier.
De waarde is de identifier van een tabblad.
SSID is een afkorting voor service set identifier.
Record. datasetid: identifier van de dataset.
AFI staat voor"Application Familie Identifier.
Record. recordid: unieke identifier voor het record.
Stuurt een aangepaste DHCP vendor class identifier.
Voer een naam en identifier in voor de nieuwe OE.
De waarde van de"%1"-kolom moet een identifier zijn.
Identifier Technische identifier van de dataset.
De band bevat geen Identifier Block bloknummer 0.
De identifier van de geselecteerde weergave in het linkerpaneel.
Geïndexeerde Lwaarde geen identifier of dereferentie.
Identifier van het subdomein: de identifier van uw subdomein.
Dataset-ID: technische identifier van de geselecteerde dataset.
U kunt geen door Povray gereserveerd woord als identifier gebruiken.
De Persitent Identifier staat los van de bewaarlocatie.
U kunt geen aanwijzing van Povray als identifier gebruiken.
Tip: Identifier completion herkent ook incomplete properties
URI: Een'Uniform Resource Identifier' zoals gedefinieerd door RFC 2396.
Dit is een willekeurig door SURFconext gegenereerde identifier en pseudoniem.
Daarnaast wordt een Persistent Identifier steeds meer een indicatie van betrouwbaarheid.