Examples of using Implodeert in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Of implodeert.
De Bibliotheek implodeert.
Ze implodeert vast.
Het geheel implodeert.
Dan implodeert de onderzeeër.
Nee, hij implodeert.
Ik vind het zonde om te zien hoe je implodeert.
Binnenkort implodeert de wereld.
Alsof je van binnenuit implodeert.
Geld implodeert, kunst explodeert.
En jij wilt graag dat het bedrijf implodeert?
Dan implodeert haar theorie.
Het bevat de antimaterie als het implodeert.
Anders implodeert het hele systeem.
Vertraag maar voordat deze roestbak implodeert.
De situatie implodeert en hij liep weg.
Als David bijvoorbeeld boos wordt, implodeert hij.
Symbolisch implodeert de omgeving tot een zwart gat.
Het eindigt er altijd mee dat je hoofd implodeert.
Als je implodeert, trek je je terug in jezelf.
Het eindigt er altijd mee dat je hoofd implodeert.
Voorkom dat deze stad implodeert tot ik terug ben.- Ik?
Het geheel implodeert.
Noodstopsystemen, het implodeert, Iedereen eruit, eruit, eruit!
We hebben minder dan een minuut voordat dit ding implodeert.
Het slaat nergens op, als het station implodeert sterft hij samen met ons.
Hij denk aan het onderzoek als Clayton eindelijk implodeert.
Een economie met te veel schulden implodeert uiteindelijk uit zichzelf.
de oude orde implodeert.
Maar als we ons werk goed doen, implodeert het stadion.