Examples of using Imploderen in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Computer
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Dan imploderen we.
De hele zaak gaat imploderen.
En is imploderen iets goeds?
Geselecteerde bitmap(s) imploderen.
Ze imploderen op dit moment.
Hij zou imploderen.
Ze imploderen overal in de stad.
Ik zou imploderen.
Procent van alle huwelijken imploderen.
Maar zien imploderen nog nooit.
Het zal elk moment imploderen.
Ik wil niet imploderen.- Nee, dat wil je niet.
Deze hele plaats gaat imploderen.
Op dit punt imploderen ze heftig.
Compleet kristalliseren en imploderen.
We smelten, imploderen, stoppen met bestaan.
Sterren imploderen.
We imploderen, door dit verhaal te geloven.
De wereld daarbuiten is aan het imploderen.
We imploderen de paarse dwerg ster morgen.
Het systeem zal uiteindelijk imploderen.
De kans dat we imploderen is veel kleiner nu.
Maar het blijft gek: imploderen.
Zelfs als dat het imploderen van de gehele kosmos inhoud!
Maar ik heb nog nooit iemand zien imploderen.
Volgens Clayton imploderen de vesten.
Als dat waar is, dan kan het universum ook zomaar imploderen.
We zijn bang dat hij kan imploderen of exploderen.
Wanneer de bellen imploderen, reinigt de vrijkomende energie gemakkelijk messen en vorken.
Heb je ooit een onderzeeër zien imploderen op die diepte?