Examples of using Lid in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Lid van de vakbond?
Tien jaar lid.
Lid 3 is ook nieuw.
Je wordt lid, toch?
Lid 3 zegt dat.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
andere ledenandere lid-staten
een andere lid-staat
nieuwe ledenovereenkomstig lidbetrokken lid-staat
nieuwe lid-staten
de betrokken lid-staat
de andere ledenverschillende lid-staten
More
Artikel 5, lid 24.
Lid 3- vierde streepje.
Ik ben geen lid.
Ik word lid van de club.
Kleine wijziging in lid 1.
Lid 8 artikelen 17 en 23.
Het nieuwste lid van ons team.
Lid van Delta Force 'n jaar later.
Dan ben ik lid af.
Is hij lid van de Hamer van Thor?
Initiatiefadvies art. 29, lid 2, van het rvo.
Lid en Public Relations officer.
Hij was een lid van de familie.
Lid 4 wordt vervangen door.
Of ben je lid van de Bloods?
Lid worden is gratis en geheel vrijblijvend!
Jegens een lid van haar familie.
Lid 3 is in dit geval niet van toepassing.
Aan artikel 2, lid 2, wordt toegevoegd.
Lid van de Injustice Society of America.
Sommige mensen worden lid van de sportschool.
Werd lid van een christelijke steungroep.
Je bent officieel lid van de donkere kant.
Lid 2 is van toepassing vanaf 1 maart 2019.
Maar ik ben een lid van de familie Tanner.