Examples of using Lint in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Blijf, Mr Lint.
Lint in haar haar.
Snij het lint door.
Hij ging door het lint.
Lint, waar ben jij? Ja.
Combinations with other parts of speech
Usage with adjectives
rood lintblauw lintsatijnen lintroze linteen rood lintgouden lintwit lintzwart linteen blauw lintgeel lint
More
Usage with verbs
More
Usage with nouns
Blijf toch, Mr Lint.
Lint is zo goedkoop hier!
Jij gaat door 't lint.
Lint stations, noem ik ze.
Ze ging door het lint.
Lint loopt niet rond.
Hij gaat door het lint.
Onder het lint door, Rick.
Blijf achter het lint.
Miss Lint deed me het aantrekken!
Miles ging door het lint.
Lint voor de perfecte afwerking.
En Viv gaat door het lint.
Hang het lint aan beide kanten vast.
Zwarte doos, rood lint.
Ga onder het lint, Rick. Buk je.
Ze gingen door het lint.
Het hardroze lint komt uit mijn voorraad.
M'n moeder gaat door het lint.
Ik knip het lint door bij Leo's Kamp.
Sandecker gaat door 't lint.
Als hij door het lint gaat, wie weet?
Stap terug achter het lint.
Lint 12 mm op Ekkia,
Hij ging totaal door het lint.