Examples of using Weekloon in Dutch and their translations into English
{-}
-
Colloquial
-
Official
-
Ecclesiastic
-
Medicine
-
Financial
-
Computer
-
Ecclesiastic
-
Official/political
-
Programming
Het weekloon?
Dat is een half weekloon.
Een weekloon voor niets?
Dat is een weekloon!
Jouw weekloon zou nog niet voldoende zijn.
People also translate
Dan krijg je een weekloon.
Ik zet 'n weekloon op Shack's grote neus.
Ons beiden? Um, een weekloon.
Dat is je weekloon tot we quitte staan.
Dat is meer dan een weekloon.
Kost vast een weekloon om met haar te praten.
Ze kostten me een weekloon.
Het kost me een weekloon om het te repareren.
Dan krijg je een weekloon.
Is dat geen weekloon voor je? Nieuwe computer?
Tot nu toe hen ik nog geen weekloon gehad.
Is dat geen weekloon voor je? Nieuwe computer?
Deze tien cent trek ik af van uw eerste weekloon.
Is dat geen weekloon voor je?
In hetzelfde graafschap bedroeg in 1814 het weekloon 12s.
Hier is je weekloon. Goed.
Die zou jij elk moment verkwanselen voor een weekloon.
Hij geeft z'n weekloon uit.
Je hebt je weekloon, maak niet alles op. Goed dan.
Mark is een laag en 100 mark is een hoog weekloon voor een baan.
Dag- of weekloon blijven echter ongewijzigd.
Denk je dat ze een weekloon waard is?
Ik zou mijn weekloon geven voor vijf minuten met haar.
Denk je dat ze een weekloon waard is?
Handmatige invoer: Handmatige invoer uren toe te voegen aan uw huidige weekloon.